Reeks van vijf lezingen werkjaar 2017 - 2018.
-
11/10/2017
-
08/11/2017
-
19/01/2018
-
14/02/2018
-
7/03/2018
<
>
‘In het spoor van schilder Armand Maclot
(1877-1959) naar Kanne’
In 1899 kwam de Antwerpse landschapschilder Armand Maclot op aanraden van zijn leermeester Joseph Coosemans (1828-1904) voor het eerst naar Genk. Hij stapte van de trein, zag de Molenvijver en was verkocht: hier zou hij blijven. Maclot was een landschapschilder pur sang. Zijn leven lang trok hij, vanuit zijn villa Maison Blanche in Genk, heel Limburg rond op zoek naar inspiratie. En zo belandde hij ook in Kanne en omgeving, waar hij het dorp en omliggende landschap in zijn schetsboeken vereeuwigde. De lezing brengt het verhaal van deze boeiende kunstenaar en zoomt daarna in op zijn nagelaten schetsen uit Kanne.
door Kristof Reulens
Woensdag 11 oktober 2017
om 19u30 in de H. Grafkapel te Kanne
(1877-1959) naar Kanne’
In 1899 kwam de Antwerpse landschapschilder Armand Maclot op aanraden van zijn leermeester Joseph Coosemans (1828-1904) voor het eerst naar Genk. Hij stapte van de trein, zag de Molenvijver en was verkocht: hier zou hij blijven. Maclot was een landschapschilder pur sang. Zijn leven lang trok hij, vanuit zijn villa Maison Blanche in Genk, heel Limburg rond op zoek naar inspiratie. En zo belandde hij ook in Kanne en omgeving, waar hij het dorp en omliggende landschap in zijn schetsboeken vereeuwigde. De lezing brengt het verhaal van deze boeiende kunstenaar en zoomt daarna in op zijn nagelaten schetsen uit Kanne.
door Kristof Reulens
Woensdag 11 oktober 2017
om 19u30 in de H. Grafkapel te Kanne
‘Van mei ’40 tot september ’44. Oorlogsgeweld
in België en Limburg als oorlogszone’
Op 10 mei 1940 viel Nazi-Duitsland onverhoeds België, Nederland , Luxemburg en Frankrijk aan. Tevergeefs probeerde het Belgisch leger weerstand te bieden tegen de bliksemsnel oprukkende vijand. Twee dagen lang werd er hard gevochten aan het Albertkanaal, in de provincies Luik en Limburg. Ook elders in het land vonden zware gevechten plaats. Op 28 mei was het gedaan. De Franse en Britse bondgenoten hadden zich teruggeplooid op Frankrijk en het Belgisch leger legde de wapens neer. Vier lange bezettingsjaren braken aan.
In september 1944 werd België bevrijd door de geallieerden. Opnieuw veranderden sommige delen van het land in een oorlogszone. En opnieuw deelde Limburg in de klappen, met andermaal een korte maar hevige strijd langs het Albertkanaal.
In zijn lezing neemt historicus Frank Decat je mee naar die gevaarlijke tijd. Je verneemt hoe België, en Limburg in het bijzonder, de Blitzkrieg beleefde en later op bloedige wijze bevrijd werd. De aanval op fort Eben-Emael, de rol van luchtmachtbasis Sint-Truiden, de strijd van de Britse Guards tegen de Duitse Fallschirmjäger rond Hechtel… Dit en nog veel meer zal door Frank Decat in woord en in beeld uit de doeken worden gedaan.
Een must voor wie meer wil weten over België en Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog.
door Frank Decat
Woensdag 08 november 2017 om 19u30
in België en Limburg als oorlogszone’
Op 10 mei 1940 viel Nazi-Duitsland onverhoeds België, Nederland , Luxemburg en Frankrijk aan. Tevergeefs probeerde het Belgisch leger weerstand te bieden tegen de bliksemsnel oprukkende vijand. Twee dagen lang werd er hard gevochten aan het Albertkanaal, in de provincies Luik en Limburg. Ook elders in het land vonden zware gevechten plaats. Op 28 mei was het gedaan. De Franse en Britse bondgenoten hadden zich teruggeplooid op Frankrijk en het Belgisch leger legde de wapens neer. Vier lange bezettingsjaren braken aan.
In september 1944 werd België bevrijd door de geallieerden. Opnieuw veranderden sommige delen van het land in een oorlogszone. En opnieuw deelde Limburg in de klappen, met andermaal een korte maar hevige strijd langs het Albertkanaal.
In zijn lezing neemt historicus Frank Decat je mee naar die gevaarlijke tijd. Je verneemt hoe België, en Limburg in het bijzonder, de Blitzkrieg beleefde en later op bloedige wijze bevrijd werd. De aanval op fort Eben-Emael, de rol van luchtmachtbasis Sint-Truiden, de strijd van de Britse Guards tegen de Duitse Fallschirmjäger rond Hechtel… Dit en nog veel meer zal door Frank Decat in woord en in beeld uit de doeken worden gedaan.
Een must voor wie meer wil weten over België en Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog.
door Frank Decat
Woensdag 08 november 2017 om 19u30
‘Tongeren tijdens de Eerste Wereldoorlog’.
Nico Olislagers is één van Tongerens bekendste verzamelaars. Hij is gepassioneerd door het verleden van de stad en in het bijzonder door de oorlogsgeschiedenis. Doorheen de jaren heeft hij een unieke collectie kunnen aanleggen van afbeeldingen en objecten over het (militaire) verleden van de stad.
In deze lezing schetst hij het verloop van WO I in Tongeren: de inval van de Duitse troepen, de bezetting van Tongeren, de aanleg van de spoorweg door de Duitsers, het “Obercommando West, …
door Nico Olislagers.
Vrijdag 19 januari 2018 om 19u00
Na deze lezing volgen de uitreiking van de GESCHIEDKUNDIGE PRIJS
van de gemeente Riemst en de NIEUWJAARSRECEPTIE
Nico Olislagers is één van Tongerens bekendste verzamelaars. Hij is gepassioneerd door het verleden van de stad en in het bijzonder door de oorlogsgeschiedenis. Doorheen de jaren heeft hij een unieke collectie kunnen aanleggen van afbeeldingen en objecten over het (militaire) verleden van de stad.
In deze lezing schetst hij het verloop van WO I in Tongeren: de inval van de Duitse troepen, de bezetting van Tongeren, de aanleg van de spoorweg door de Duitsers, het “Obercommando West, …
door Nico Olislagers.
Vrijdag 19 januari 2018 om 19u00
Na deze lezing volgen de uitreiking van de GESCHIEDKUNDIGE PRIJS
van de gemeente Riemst en de NIEUWJAARSRECEPTIE
‘Vakwerkbouw in beide Limburgen’
Vakwerkbouw, of eigenlijk houtskeletbouw, is een constructiemethode die in onze regionen tenminste sinds de middeleeuwen de meest gebruikelijke manier was om huizen, boerderijen en bakhuizen, maar ook kerken, kastelen en kloosters op te richten.
Coen Eggen is volledig autodidact en werkt al een kleine vijftig jaar in de volkskunde, de museumwereld en monumentenzorg.
Sinds 1996 doet hij in een hoog tempo voltijds bouwhistorisch onderzoek.
In 2016 publiceerde hij een standaardwerk dat ook ingaat op vakwerk in Belgisch Limburg, onder de titel ‘Vakwerkbouw, 600 bouwen met hout en leem in Zuid-Limburg en omstreken’.
Het boek is na afloop van de lezing tegen de gereduceerde prijs van € 25,- te verkrijgen.
door Coen Eggen.
Woensdag 14 februari 2018 om 19u30
‘Inwoners en eigenaars in Genoelselderen en Riemst in 1845’
In 1845 waren de diensten van het kadaster er in geslaagd het hele land op te meten, alle percelen in kaart te brengen en de eigenaars van al de percelen te identificeren. Het resultaat van dat meesterwerk werd vastgelegd in het zogenaamde “primitieve of oorspronkelijke kadasterplan” en in de “oorspronkelijke aanwijzende tafel”. Voor ieder toenmalige gemeente werd er een kadasterplan opgemaakt, waarop je de grenzen van ieder perceel kan aflezen. De oorspronkelijke aanwijzende tafel is een geschreven overzicht van alle percelen, met gegevens over hun eigenaar, hun waarde en de belasting die ervoor betaald moest worden.
Aan de hand van deze stukken uit het archief van de diensten van het kadaster ontleedt onze rijksarchivaris het grondbezit in 1845 in twee van onze dorpen: het kasteeldorp Genoelselderen en Riemst, waarvan het uitzicht in die tijd door enkele grote boerderijen bepaald werd. Wij gaan na in hoeverre de kasteelheer van Genoelselderen ook de grootste eigenaar was in het dorp, en of er in Riemst verhoudingsgewijs meer of minder land in het bezit van inwoners van het dorp was. We onderzoeken ook of er buiten de kasteelheren nog bezitters van uitgestrekte landerijen in onze dorpen waren. In welke mate was de grond hier in bezit van stedelijke renteniers of andere beleggers uit Luik, Maastricht of Tongeren ? En wat hielden de mensen van Genoelselderen en Riemst aan hun werk op het veld over ? Hoeveel bracht het land op? En hoeveel pacht moest er betaald worden ?
door Rombout Nijssen.
Woensdag 7 maart 2018 om 19u30
In 1845 waren de diensten van het kadaster er in geslaagd het hele land op te meten, alle percelen in kaart te brengen en de eigenaars van al de percelen te identificeren. Het resultaat van dat meesterwerk werd vastgelegd in het zogenaamde “primitieve of oorspronkelijke kadasterplan” en in de “oorspronkelijke aanwijzende tafel”. Voor ieder toenmalige gemeente werd er een kadasterplan opgemaakt, waarop je de grenzen van ieder perceel kan aflezen. De oorspronkelijke aanwijzende tafel is een geschreven overzicht van alle percelen, met gegevens over hun eigenaar, hun waarde en de belasting die ervoor betaald moest worden.
Aan de hand van deze stukken uit het archief van de diensten van het kadaster ontleedt onze rijksarchivaris het grondbezit in 1845 in twee van onze dorpen: het kasteeldorp Genoelselderen en Riemst, waarvan het uitzicht in die tijd door enkele grote boerderijen bepaald werd. Wij gaan na in hoeverre de kasteelheer van Genoelselderen ook de grootste eigenaar was in het dorp, en of er in Riemst verhoudingsgewijs meer of minder land in het bezit van inwoners van het dorp was. We onderzoeken ook of er buiten de kasteelheren nog bezitters van uitgestrekte landerijen in onze dorpen waren. In welke mate was de grond hier in bezit van stedelijke renteniers of andere beleggers uit Luik, Maastricht of Tongeren ? En wat hielden de mensen van Genoelselderen en Riemst aan hun werk op het veld over ? Hoeveel bracht het land op? En hoeveel pacht moest er betaald worden ?
door Rombout Nijssen.
Woensdag 7 maart 2018 om 19u30